HOME

CONTACT: EMAIL

www.kazenbroot.nl - copyright M.C. Deden-Kazenbroot.

Vervolg van Genealogie CASEMBROOT (III., IV.)
Continued from Genealogy CASEMBROOT (III., IV.)

Genealogie / Genealogy:
CASEMBROOT (DUYNMEYER)
g
eneratie IV / generation IV

familietak A; familybranch A: CASEMBROOT – KASENBROOD
(CASEMBROOD, CASENBROOD, CAASENBROOD, KASEMBROOT,
KAZENBROODT, KAZENBROOD, KASENBROOT, KAZENBROOT.)

IV.a. Jacob KASENBROOT (KAZENBROOD / KAZENBROOT)
(ex III.-7.) zoon van: III. Pancras Pietersen (CASEMBROOT DUYNMEYER),
ook o.a. genaamd Banckeris Pietersz. KASENBROODT DUYNMEYER,
duinmeier, leenman, schepen (wethouder), x Grietje Janse De WIT,
echtelieden wonende te Noorddorp, Huize "Jachtlust, van ouds
genaamd Hengstenburgh", Heemskerk.

Hij is de eerste voorouder die ook vermeld is met schrijfwijzen Kazenbrood & Kazenbroot; de volkstelling in Nederland van 1947 is met een persoon in Noord-Holland spellingvariatie Kazenbrood, alle andere nakomelingen van Jacob zijn dan vermeld met familienaam Kazenbroot. (Later incl. een spellingvariatie van Kazenbroot vermeld als Kazebroot. In genealogiepublicaties via internet met veel spellingsfouten zoals Kaasenbrood, ook bekend van indexen familienamen bij archieven gebruikt door archiefbezoekers en genealogen in hun collecties en publicaties van elkaar via internet, etc., zoals over de betekenis van deze familienaam Kaasenbrood met spellingvariaties zie oude spelling en spellingvariaties zoals hierboven vermeld en ook bij Kazenbroot op website www.meertens.nl/

De handtekening van Jacob is met spellingvariaties later vermeld in officiële documenten: Jacob KAZENBROOD.
The signature of Jacob is with spellingvariations later mentioned in documents: Jacob KAZENBROOD.
Zijn initialen officieel bekend als: JKB. His initials officially known as: JKB.

Jacob is geboren te Heemskerk als het zevende kind van voornoemd echtpaar; in het doopregister van Heemskerk vermeld met de voornaam Japik in 1772. Zijn familienaam is sedertdien onder andere vermeld als (inclusief drukfouten in drukwerk, etc.) in alfabetische volgorde: CAASENBROOD, CASEMBROOD, CASEMBROOT, CAZEMBROOT, KAASENBROOD, KASEMBROOD, KASEMBROOT, KASENBROOD, KASENBROOT, KAZEBROOT, KAZEMBROOT, KAZENBROOD, KAZENBROODT, KAZENBROOT.

De voornaam van / The first name of: Japik CASEMBROOD = Jacob CASEMBROOT:
zoon van / son of: Bankris CASEMBROOD [= "Banckeris Pietersz. KASENBROODT"]
ook Pancras Pietersen CASEMBROOT DUYNMEYER x Grietje Jans[dochter] De WIT.


Doopinschrijving / Bapt. (R.Cath. 3-A.): (IV.a.) Japik CASEMBROOD, ~ 24 Jun. 1772 in Heemskerk.
(coll. CASEMBROOT-DUYNMEYER, III., III.-7., IV.a.: M.Ch. Deden-Kazenbroot, The Netherlands)

Japik werd met deze voornaam gedoopt in zijn geboorteplaats Heemskerk op 24 juni 1772 (RK-doopboeken; registratie in duplo, met verschillende schrijfwijzen van de familienaam van zijn ouders), zoon van Bankris CASEMBROOD [CASENBROOD, CAASENBROOD] en Grietje Jans De WIT / de WIT (doopgetuigen: Japik STUT en Trijntje JAPIKS).

• 1798 - 1814: (IV.a.) Jacob Bancrasz. CASEMBROOT / KASENBROOD
kreeg in deze periode in totaal tien kinderen uit twee huwelijken;
1e met Guurtje Hendrikse KAGER, 2e met Maartje Hendrikse BANNING.

Uit zijn eerste huwelijk vier kinderen, drie zonen en een dochter (verm. geboren te Bergen),
RK gedoopt te Bergen in Noord-Holland 1798 – 1804. Uit zijn tweede huwelijk in de periode 1806 - 1814 zes kinderen, vijf dochters en een zoon, de oudste vier kinderen geboren / gedoopt (RK) te Bergen 1806 - 1811; de jongste twee kinderen geboren te Velsen in de jaren 1813 en 1814 (het tiende en tevens jongste kind: dochter Jacoba KAASENBROOD/KAZENBROOD nr.IV.a.10. is geboren op 19 maart 1814 te Velsen, dus na het overlijden van haar vader => (IV.a.) Jacob KASENBROOD: zoals zijn naam is vermeld in de overlijdensakte in het jaar 1814 te Velsen; zijn overlijdensdatum is 24 januari 1814, in die akte vermeld met leeftijd 40 jaar doch vergeleken met zijn doopdatum 24 juni 1772 = leeftijd 41 jaren en 7 maanden (of mogelijk iets ouder doch niet ouder dan 42 jaar oud gelet op de datum van het vorige kind zie III.-6. gedoopt 2 sept.1770; voor meer bijzonderheden zie ook deze websitepagina: CASEMBROOT.DUYNMEYER kinderen generatie IV.

24/25 jan.1814: Jacob KASENBROOD, is overleden te Velsen op 24 januari 1814, leeftijd 40 (= leeftijd 41; Velsen = zijn laatste woonplaats), echtgenoot van Maartje BENNING. (Archiefbron: Digitale Stamboom Kennemerland, Velsen, akte jaar 1814 nr.5; > http://www.haarlem.digitalestamboom.nl/)
De tekst uit de originele overlijdensakte in duplo met dezelfde tekst is opgemaakt door de gemeente Velsen:
24/25 jan.1814: Jacob KASENBROOD, boer en bouwman, laatst werkzaam in de gemeente Velsen, is overleden in zijn laatste woonplaats Velsen op 24 januari 1814 des middags ten drie uren, in de ouderdom van veertig jaren, gehuwd geweest met Maartje BENNING. (Bron: Akte 25 januari 1814 Velsen, Folio 2.: Burgerlijke Stand der Gemeente Velsen, Canton Bloemendaal, Arrondissement Haarlem, Departement Zuiderzee, aangifte door Jan DINGENDIS en Symon van APPENVEN, beiden wonende te Velsen.)

• d.d. 18 maart 1814 & 19 maart 1814: Boedelbeschrijving verdeeld over twee aktes in maart 1814: RAH, Rijksarchief Haarlem, ONA, Oud-Notarieel Archief, Gemeente Velsen, Canton Bloemendaal, Arrondissement Haarlem, Departement Zuiderzee; aktes d.d. 18 maart 1814 & 19 maart 1814: Beschrijving van bezittingen nagelaten door wijlen Jacob Kasenbroot, van beroep bouwman, laatst wonende binnen de gemeente Velsen en overleden in zijn woning aldaar op 24 januari 1814, volgens de beschrijving van deze aktes een boerderij met bijgebouwen voor de dieren (stallen voor paarden, koeien, etc.). Zie ook het testament van de overledene op 10 maart 1813 (door de notaris geregistreerd te Haarlem op 7 februari 1814) en twee Familieraad-aktes (nr. 9 & nr. 10) d.d. 9 februari 1814 hierboven vermeld.

• d.d. 18 maart 1814: Akte ten verzoeke van Maartje BENNING weduwe van (IV.a.)
Zie ook deze websitepagina betr. 2e echtgenote Maartje BENNING => pag. CASEMBROOT.4a.Jacob.x.2.
Jacob KASENBROOD, Bouwman, gewoond hebbende binnen de gemeente Velsen, "Inventaris" opgemaakt ten Sterfhuize van de overleedene te Velsen door Marcus Hendrik Ogelwight, openbaar Notaris te Velsen Canton Bloemendaal, Arrondissement Haarlem Departement Zuiderzee:

[= In totaal 23 pagina's: pagina's vermeld als: rol 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 als laatste;
op de achterkant of gekopieerd links van voornoemde rol- of paginauummers zijn ongenummerd,
betreft elf pagina's, voor de duidelijkheid vermeld als 1.verso, 2.verso, 3.verso, 4.verso, 5.verso, 6.verso, 7.verso, 8.verso, 9.verso, 10.verso, 11.verso (daarna volgt de laatste rol dus rechts, paginanummer: 12).
(kantlijn: 1 rol; rechtsboven: 1.)

"No.17. Inventaris. Op Heeden den Aghttiende Maart des Jaars Achtien hondert veerthien
ten verzoeke van:
• Maartje Benning
weduwe en in gemeenschap van goederen getrouwd geweest zijnde met Jacob Kasenbrood (IV.a.), Bouwman, gewoond hebbende binne deze gemeente en op den vierentwintigste January l[aatst]leeden overleeden [= 24 januari 1814 overleden]; Blijkens Testamente in dato Tien Maart achtien hondert derthien [= Testament 10 maart 1813] voor mij Marcus Hendrik Ogelwight, Openbaar Notaris te Velsen Canton Bloemendaal, Arrondissement Haarlem Departement Zuiderzee gepasseert en op den Sevende february achtien hondert veerthien te Haarlem geregistreert [= op 7 februari 1814 te Haarlem geregistreerd: testament], en nog als Wettige Voogdesse over Margaretha (= Kazenbrood, IV.a.5.), Baafje (= Kazenbrood, IV.a.7.), Guurtje (= Kazenbrood, IV.a.8.) en Catharina Kazenbrood (= IV.a.9.), alle minderjarige Kinderen, door haar bij deszelver overleeden Man in Huwelijk verwekt.

Wijders nog Cornelis Kager, Bouwman, woonende
(vervolgpagina: ongenummerd = 1.verso)
te
[(= Schoorl), arrondissement Alkmaar in qualiteit als bij Voorzeide Testament aangestelde Voogd over de beide minderjarige VoorKinderen met namen Bankers en Hendrik Kazenbrood, door wijlen voormelde Jacob Kazenbrood in Eerder Huwlijk verwekt by zyne Voor overledene huisvrouw Guurtje Kager.
Zijnde de voormelde minderjarige Kinderen bekwaam om Zig als Erfgenamen van Wijlen hunne vader Jacob Kazenbrood te gedragen.
In tegenwoordigheid van Jan Roos, bouwman, woonende te Velsen in qualiteit als volgens Twee afzonderlijke Raden van naastbestaande beide in dato negen february achtien hondert veerthien, onder voorzitting van den Heer Vrederechter van dit Canton benoemd als Toeziende Voogd.
Zoo over de Vier Minderjarige Kinderen van wijle meergenoemde Jacob Kazenbrood in Huwlijk verwekt bij de comparante in deze Maartje Benning alsmede over de beide minderjarige Kinderen [= Bankers Kazenbrood IV.a.1. = V.a. & Hendrik Kazenbrood IV.a.2. = V.b.] door denzelve in vorig Huwelijk verwekt bij zijne vooroverledene Vrouw Guurtje Kager
(vervolgpagina rolnr.2.)

ingevolge Processe Verbaal van dien Dag door den Heer Vrederechter opgemaakt en Respectievelijk den Thiende en Vijf en Twintigste daar aan Volgende te Haarlem geregistreerd.–
Tot bewaaring van de Rechten van Parthijen en van alle andere die daarbij belang hebben mogen, word door Marcus Hendrik Ogelwight, openbaar Notaris, Resideerende te Velsen canton Bloemendaal, arrondissement Haarlem departement Zuiderzee, deze nevens de nagenoemde getuigen hebbende onderteekend Toegetreeden tot de Inventarisatie en beschrijving van alle de Meubelen, Kleederen, Linnens, Zilverwerk, Gereed geld, Titels en andere Papieren, in en uit Schulden en in het algemeen wat tot de Nalatenschap van Wijle Jacob Kazenbrood behoorende, Zijnde dit alles gevonden en berustende op de hier nagenoemde Plaatsen in een huis geleegen binne deze Gemeente van Velsen N, waar van:
(vervolgpagina: ongenummerd = 2.verso)
Huurder was de voormelde Jacob Kazenbrood en welke in het Zelve is overleeden.–
En zijn alle de voorschreevene goederen te voorschijn gebragt door gemelde Maartje Benning, die na het overlijden van haare Man in het bezit derzelve gebleeven was.–.
De begroting der goederen die daar aan onderworpen zijn, zal gedaan worden door Heert Henneman, bouwman, en Cornelis Tromp, bouwman: beiden alhier woonachtig in qualiteit als deskundige verkozen en beëdigd, met goedvinden en Toestemming van de Voorzeide Voogd en Toeziende Voogd.
En hebben de Parthijen in dezen vermeld en de benoemde deskundige, benevens de Notaris en Willem Koele, smit en Maarte Bakels, arbeider, beiden wonende alhier, na gedane voorlezing alhier getekend: (w.g.)
Maartjen Benning, Cornelis Kager, Jan Roos, C. Tromp, Heert Henneman, Willem Koelen, Marten Bakels,
M.H. Ogelwight (Notaris).
(vervolgpagina rolnr.3.)
Dit gedaan zijnde is men voortgegaan tot de Inventarisatie, in maniere hier na volgende–
[= Oud-Hollandse tekst; eventueel daarachter tussen haakjes vermeld in moderner Nederlands;
met drie kommen voor de geldbedragen: 20 stuivers = een gulden; ƒ = gulden; st. = stuivers.]

In Een opkamertje is bevonden: [vermeld op zeven regels]
– Eenige Schotels, begroot op: Vijf Stuivers = ƒ –:5:–.
– Een glazekast [een kast voor glazen serviesgoed]: Een gulden = ƒ 1:–:–.
– Een Kop, Schotel krans, blikke Thee-bos [= blikken theebus] & Eenige Kommen: Een Gulden = ƒ 1:–:–.
– Een Lessenaar: Vijf Stuivers = ƒ –:5.–.
– Een bed & toebehooren: twaalf Guldens = ƒ 12:–:–.
– Twee lakens, twee dekens & kleed: Ses guldens = ƒ 6:–:–.
– Een Kist & drie Stoelen: dertig Stuivers = ƒ :10:–.
In het agterhuis: [vermeld op 9 & 1 = 10 regels, pagina rolnr.3 en vervolgpagina 3.verso]
– Seven Stoelen: Thien [= tien] Stuivers = ƒ –:10:–.
– Twee Tavels [= tafels]: Een gulden = ƒ 1:–:–.
– Een beugel Pankoeks Pan, twee ijzere Komfoiren & Treeft: drie guldens = ƒ 3:–:–.
– Twee kopere keteltjes: twee guldens = ƒ 2:–:–.
– Een kast met eenig goed daar in en op: agt Stuivers = ƒ –:8:–.
– Twee kopere Schuimspanen: Thien Stuivers = ƒ –:10.:–.
– Een Schaar, Ketting en vier bordjes: Een gulden = ƒ 1: :–.
– Een Lamptaarn [= lantaarn] & Lamp: Tien Stuivers = ƒ –:10:–.
– Een Kopere WaterKetel: drie guldens = ƒ 3:–:–.
Transport ƒ 33:18:–.
(vervolgpagina: ongenummerd = 3.verso)
Transport ƒ 33:18:–.
– Een parthy Zaadzakken [= partij zaadzakken]: Twee guldens = ƒ 2:–:–.
In de Keuken [vermeld op 18 & 23 & 3 regels = 44 regels]:
– Tien Delfsch Schotels voor de Schoorsteen: Een gulden = ƒ 1:–:–.
– Vier Schoteltjes: vijf Stuivers = ƒ –:5:–.
– Vijf dito [= Schoteltjes] aan de wand: Tien Stuivers = ƒ –:10:–.
– Een rek met Tien borden: Een gulden = ƒ 1:–:–.
– Een Vriesche Hangklok: Thien guldens = ƒ 10:–:–.
– Twee blikke Trommeltjes & brandewijnskom: Een gulden = ƒ 1:–:–.
– Twee Tinne beekers: Tien Stuivers = ƒ –:10:–.
– Een rekje met weinig different Porceleyn: Tien Stuivers = ƒ –:10:–.
– Drie Beekers: vijf Stuivers = ƒ –:5:–.
– Twee Bitten: dertig Stuivers = ƒ 1:10:–.
– Agthien Schotels op de rand van de bedstede: Een gulden = ƒ 1:–:–.
– Een rek met derthien Lepels: ses en twintig Stuivers = ƒ 1:.6:–.
– Een rekje met twee half dozijnen porcelein, Een Trekpot, Een Theebos & twee Kelken:
dertig Stuivers = ƒ 1:10:–.
– Drie Schilderijtjes en Een Trommeltje: Vijf Stuivers = ƒ –:5:–.
– Vijf delfsche borden: vijf Stuivers = ƒ :5:–.
– Twee Tinne Koffykannen, Trekpot en Schenk-Ketel: Vier guldens = ƒ 4::–.
– Een Tabaks Pott: Thien Stuivers = ƒ :10:–.
– Een beugel Tang, comfoirtje en blaaspijp: dertig Stuivers = ƒ 1:10:–.
Transport ƒ 62:14:–.
(vervolgpagina rolnr.4.) Transport ƒ 62:14:–.
– Een regtbank: Een gulden = ƒ 1::–.
– Een Tafel & Stoelen: dertig Stuivers = ƒ 1:10:–.
– Een bed met zijn toebehooren: vier en twintig Guldens = ƒ 24::–.
– Drie deekens en twee Lakens: aght guldens = ƒ 8::–.
– Een Tinne Waterpot: Een gulden = ƒ 1::–.
– Een Roomvat: dertig Stuivers = ƒ 1:10:–.
– Een Kast: twee guldens = ƒ 2::–.
– Een Kabinet: drie guldens = ƒ 3::–.
– Seven Lakens: seven guldens = ƒ 7::–.
– Aghtien differente Sloopen: aght guldens = ƒ 8::–.
– Drie hemdrokken twee onderbroeken, twee rokjes en Een boezeroen: drie guldens = ƒ 3::–.
– Een baay overslag [= omslagdoek van dik wollen weefsel]: dertig Stuivers = ƒ :10:–.
– Een lakensche Broek [= een broek van een bepaalde wollen stof]: Een gulden = ƒ 1::–.
– Een lakens rokje [= een rokje van een bepaalde wollen stof]: Een gulden = ƒ 1::–.
– Een linne broek en buisje: Twee Guldens Thien Stuivers = ƒ 2:10:–.
– Een broek: Twee Guldens = ƒ 2:–:–.
– Drie hemrokken [= hemdrokken, onderkleding]: drie guldens = ƒ 3:–:–.
– Vijf rokken en broeken: twee guldens Thien Stuivers = ƒ 2:10:–.
– Twee Hemdrokken [= onderkleding]: drie guldens = ƒ 3:–:–.
– Een Zwart lakensche broek & Kamisool [= kamizool]: Twee guldens = ƒ 2:–:–.
– Een bruin Lakensche rok [= een bruine rok van een bepaalde wollen stof]: vijf guldens = ƒ 5:–:–
– Een bruine Jas: drie guldens = ƒ 3:–:–.
– Twaalf El linnen: vijf guldens = ƒ 5:–:–.
Transport ƒ 154:4:–.
(vervolgpagina: ongenummerd = 4.verso) Transport ƒ 154:4:–.
– Een Laken, Sloop & Servet: twee gulden = ƒ 2:–:–.
– Een bed met zijn toebehoren: Seven gulden = ƒ 7:–:–.
– Twee dekens & twee Lakens: vijf guldens = ƒ 5:–:–.
Op de Zolder: [vermeld op 16 regels]
– Twee en Dertig Kaasjes: agt guldens = ƒ 8:–:–.
– Twee zak Haver: vijf guldens = ƒ 5:–:–.
– Een grote kopere Keetel: aghtien Guldens = ƒ 18:–:–.
– Twee Kopere Melk Ketels: twintig Guldens = ƒ 20:–:–.
– Twee kopere dito [= koperen melk-ketels]: vijfhtien guldens = ƒ 15:–:–.
– Een melkvat, kuip en stoof: Een gulden = ƒ 1:–:–.
– Een krib [= voederbak]: Een gulden = ƒ 1:–:–.
– Vijf Hangmatten: Twee guldens Thien Stuivers = ƒ 2:10:–.
– Een botervlootje, melknappen en tabaksvaatje: dertig Stuivers = ƒ 1:10:–.
– Twee Erwte Zeeven [= zeven voor erwten]: vier guldens = ƒ 4:–:–.
– Twee Melkjukken: Een gulden = ƒ 1:–:–.
– Eenig Touwwerk & Draagvork: Twee guldens = ƒ 2: –:–.
– Eenige Koeykluisters [= kluisters voor koeien] & Netten: Ses guldens = ƒ 6: –:–.
– Een Erwte Planter [erwten-landbouwwerktuig] & Varkenstrog [= varkensvoerbak]:
Tien Stuivers = ƒ –:10:–.
– Eenige rommeling [= rommel, etc.]: Ses Stuivers = ƒ –:6:–.
– Een paar Laarsen: drie Guldens = ƒ 3::–.
In de Koeystal; [=In de koeienstal; vermeld op 1 & 23 & 18 = 42 regels]
– Een rood bonte Koey [= roodbont koe, wit met roodbruine plekken]: Tachentig guldens = ƒ 80:–:–.
Transport ƒ 337:–:–.
(vervolgpagina rolnr.5.) Transport ƒ 337:–:–.
– Een ligt, rood bonte Koey [= roodbont koe, wit met lichtroodbruine plekken]: hondert Guldens = ƒ 100::–.
– Een zwarte bonte Koey [= zwartbont koe, wit met zwarte vlekken]: Tachentig Guldens = ƒ 80::–.
– Een dito [= zwartbont koe, wit met zwarte vlekken]: Negentig guldens = ƒ 90::–.
– Een ligte dito [= zwartbont koe, wit met lichtzwarte vlekken]: .vijf en seventig Guldens = ƒ 75: :–.
– Een dito [= zwartbont koe, wit met lichtzwarte vlekken]: negentig guldens = ƒ 90::–.
– Een dito [= zwartbont koe, wit met lichtzwarte vlekken]: Tachtentig guldens = ƒ 80::–.
– Een dito [= zwartbont koe, wit met lichtzwarte vlekken]: Vijf en Seventig guldens = ƒ 75::–.
– Een dito [= zwartbont koe, wit met lichtzwarte vlekken]: Negentig guldens = ƒ 90::–.
– Een zwarte, bonte dito [= zwartbont koe]: vijf en sestig gulden = ƒ 65::–.
– Een rood bonte dito [= roodbont koe]: Seventig guldens = ƒ 70::–.
– Een dito dito [= roodbont koe]: vijf en seventig gulden = ƒ 75::–.
– Een Vare zwart bonte Koey [= vaars (jonge), zwartbont koe]: sestig Guldens = ƒ 60::–.
– Een zwart bonte dito [= vaars (jonge), zwartbont koe]: vijf en sestig guldens = ƒ 65::–.
– Een dito [= vaars (jonge), zwartbont koe]: Seventig guldens = ƒ 70::–.
– Een dito [= vaars (jonge), zwartbont koe]: Vijf en sestig guldens = ƒ 65::–.
– Een dito [= vaars (jonge), zwartbont koe]: vijf en sestig guldens = ƒ 65::–.
– Een dito [= vaars (jonge), zwartbont koe]: vijf en sestig guldens = ƒ 65::–.
– Een dito [= vaars (jonge), zwartbont koe]: vijf en vijftig guldens = ƒ 55::–.
– Een dito [= vaars (jonge), zwartbont koe]: vijf en vijftig guldens = ƒ 55::–.
– Een dito Kalf vaars [= zwartbont vaarskalf]: vijf en veertig guldens = ƒ 45::–.
– Een dito dito [= zwartbont vaarskalf]: veertig guldens = ƒ 40::–.
– Een dito Hokkeling [= zwartbonte hokkeling, eenjarig kalf]: dertig guldens = ƒ 30::–.
Een dito dito [= zwartbonte hokkeling, eenjarig kalf]: .dertig guldens = ƒ 30::–.
Transport ƒ 1.872:–:–.
(vervolgpagina: ongenummerd = 5.verso) Transport ƒ 1.872:–:–.
– Een Zwart bonte Hokkeling [= zwartbonte hokkeling, eenjarig kalf]: vijf en twintig Guldens = ƒ 25::–.
– Een dito [= zwartbonte hokkeling, eenjarig kalf]: vijf en twintig guldens = ƒ 25::–.

– Een dito Kalf: drie guldens = ƒ 3::–.
– Een dito idem [= Kalf]: drie guldens = ƒ 3::–.
– Een dito Mestkalf: Sesthien guldens = ƒ 16:
–:–.
– Twee dito Bullekalven [= Stierkalven]: drie guldens = ƒ 3::–.
– Een Bruin Vool Merrie [= merrieveulen] Paard: Hondert Twintig guldens = ƒ 120::–.
– Een Zwart Merrie Paard: Hondert Thien guldens = ƒ 110::–.
– Twee Varkens: aght en Twintig guldens = ƒ 28::–.
– Een Zeug die biggen moet: dertig gulden = ƒ 30::–.
– Een Boere Wagen: Vijf en veertig guldens = ƒ 45::–.

– Een Ploeg: Ses guldens = ƒ 6::–.
– Een dito [= Ploeg]: Vier guldens = ƒ 4::–.
– Een gierbak: Twee guldens = ƒ 2::–.
– Een Kar: aght guldens = ƒ 8::–.
– Een rolwagen: Vijf en twintig guldens = ƒ 25::–.

– Een Kruiwagen: Twee guldens = ƒ 2::–.
– Vijf differente Kuipen: drie guldens = ƒ 3::–.
Op de buiten Schuur & Zolder: [vermeld op 4 & 2 = 6 regels]
– Een Egge: Ses guldens = ƒ 6::–.
– Enige Takke bossen: drie guldens = ƒ 3::–.
– Een Parthy rommeling [= rommel, etc.] & riet: drie guldens = ƒ 3::–.
– Een Parthy Groen hout: Vier en [doorgehaald: sestig] veertig = ƒ 44::–.
Transport ƒ 2.386:–:–.
(vervolgpagina rolnr.6.) Transport ƒ 2.386:–:–.

– Een Zaad Wayer [= waaier] en Schop: Veerthien guldens = ƒ 14::–.

– Een half Aggel: drie guldens = ƒ 3::–.
Op de Dors: [vermeld op 7 regels]
– Een Stuit Hooy: Hondert Twintig guldens = ƒ 120::–.
– Aghtien en Een halve Zak garst: Vijf en Sestig guldens = ƒ 65::–.

– Twee Kuipen met drie en Een halve Zak Paardeboonen: Veerthien Guldens = ƒ 14::–.
– Een Wan: Een gulden = ƒ 1::–.
– Een Parthy Rommeling [= rommel, etc.]: Twee guldens = ƒ 2::–.
– Drie Koedekken en Een Kar, Kussen: twee guldens Thien Stuivers = ƒ 2:10:–.
– Twaalf bezems: Twaalf Stuivers = ƒ –:12:–.
Op de Zolder: [vermeld op 4 regels]
– Een Parthij Hooyvorken: vier guldens = ƒ 4::–.
– Haken en Harken: Twee guldens = ƒ 2::–.

– Een Parthy droog hout en Turven: Ses guldens = ƒ 6::–.
– Een Parthy rogge, koorn, boonen en haver, stroo: Vier guldens = ƒ 4::–.
– Een Parthy Rommeling [= rommel, etc.]: Twee guldens = ƒ 2; –:–.
In de Koeystal [= In de koeienstal; vermeld op 2 & 4 = 6 regels]:

– Eenige Tuigen: drie guldens = ƒ 3::–.
– HaardSpit : Twee guldens = ƒ 2::–.

Transport ƒ 2.629; st.2:–.
(vervolgpagina: ongenummerd = 6.verso) Transport ƒ 2.629; st.2:–.

– Twee Schoppen en Een Vork: Een guldens = ƒ 1::–.
– Vijf Graven, Een Vork & Bijl: twee guldens = ƒ 2::–.
– Een Ligt & Parthij Schoffels: Een guldens = ƒ 1::–.
– Twee Planken: twee guldens = ƒ 2::–.
Op de Dors [vermeld op 2 regels]:

– Een KaasKuip: drie guldens = ƒ 3::–.
– Een Ton: Een gulden = ƒ 1::–.
Buiten op de Werf [vermeld op 5 regels]:

– Een Klamp Hooy: Seventig guldens = ƒ 70::–.
– Een halve dito [= een halve klamp hooi]: Dertig guldens = ƒ 30::–.

– Twee Vlonders & Een KaasPlank: Seven guldens = ƒ 7::–.
– Rommeling [= rommel, etc.]: Twee guldens = ƒ 2::–.

– Mest: sestig guldens = ƒ 60::–.
Bedragende alzo, de Meubelen, gereedschappen, tot de huishouding in de boerderij, Klederen, Linnen;
Levend Vee. [Totaalbedrag:] Twee Duizend Aghthondert aght guldens twee Stuivers = ƒ 2.808; st.2:–.
Men is bezig geweest van des voormiddags ten negen uuren tot des namiddags ten drie uuren met een dubbele vacatie Zoo tot het opmaken van bovenstaande Hoofd van den Inventaris als tot de Beschrijving en Waardeering van de hier vooren geinventariseerde Goederen, en zijn de voorschreven Goederen ende verdere nog–
(vervolgpagina rolnr.7.)
niet geinventariseerde goederen gelaten in het bezit van Maartje Benning voornoemd die zulks ook Erkend, en zig belast heeft om dezelve weder te voorschijn te brengen of te verantwoorden, wanneer, en aan wien zulks behooren zal, en is deze Vacatie tot het vervolgen van deze Inventaris uitgesteld, tot Zaturdag den Negentiende
Maart aanstaanden des s' morgens ten negen uuren [= op zaterdag 19 maart 1814 's morgens om negen uur].
En hebben de Parthyen en benoemde deskundigen benevens de Notaris en Voormelde getuigen na gedane voorleezing alhier geteekend –
op Pag. 4, Een woord doorgehaald – Nietig, alsmede op Pag. 5 &so [= Pag. 5-verso] Een woord doorgehaald en Een op de Kant bijgevoegd, goedgekeurd:
w.g.: Maartjen Benning, Cornelis Kager, Jan Roos, C. Tromp, Heert Henneman, Willem Koelen, Marten Bakels, M.H. Ogelwight (Notaris)
En ten voorschreven Zaturdag den negentiende Maart achtien hondert veerthien des s' morgens ten Negen uuren,
ingevolge de
(vervolgpagina: ongenummerd = 7.verso)

bepaling bij het Slot der Voorgaande Vacatie gemaakt, werd door de ondergeteekende Marcus Hendrik
Ogelwight, openbaar Notaris resideerende te Velsen en getuigen Nagenoemd de Voorschreven Inventarisatie vervolgd in Manieren Navolgende –
Eerstelijk werd alhier gebragt het Kontant van de geinventariseerde goederen der vorige Vacatie
ten bedrage van twee duizend aghthondert aght guldens Twee Stuivers = ƒ 2.808; st.2:–.
Vervolgens heeft men zig begeven buiten na
de Kombof
[= naar de buitenkeuken, waarin men kookt en wast, afgesloten gedeelte van een vertrek];

en aldaar beschreven en gewaardeert, het navolgende:

– Een Waayvat, Melkkuipen, Mout, Moutbank Maker, twee bakjes en ketting: drie guldens = ƒ 3::–.
Verders buiten: [= voor het maken van kazen: 164 kaas-zetters, 9 kaas-makers en 1 zout-tafel]
– Hondert vier en zestig Kaas Zetters, Negen Makers & Een Zout Tavel [= tafel]:
aght en Twintig guldens = ƒ 28::–.

Binnen:
– Een Zout kist: Twee guldens = ƒ 2::–.
– Twee Wasch Stelling & Een Mout Stelling: Een gulden = ƒ 1::–.
– Twee Mandjes: Aght Stuivers = ƒ –:8:–.
– Een Waayvat & Kuip met Aardappelen: Twee guldens = ƒ 2::–.
– Twee Wasch Tobbens: Twee guldens = ƒ 2::–.
Transport ƒ 2.846; st.10:–.
(vervolgpagina rolnr.8.) Transport ƒ 2.846; st.10:–.
– Een Kopere Waterketel en Deksel: drie guldens = ƒ 3::–.
– Eenige Potten en Pannen: dertig Stuivers = ƒ 1:10:–.
– Houte Nappen en Melkmaat: Een gulden = ƒ 1::–.
– Een Koper Keteltje: Twaalf Stuivers = ƒ –:12:–.
– Ses Melk Emmers: Seven guldens = ƒ 7::–.
– Vijf Emmers: drie guldens = ƒ 3::–.
In de Kelder:
– Aghtien Mouten: Ses en Dertig guldens = ƒ 36::–.
– Een Botervloot: Een gulden = ƒ 1::–.
Een Roomvat: Een gulden = ƒ 1::–.
In het Karnhuis:
[= gebouw waar vnl. boter werd gemaakt]
– Twee Tavels [= tafels] en een Waaykarn: Twee Guldens = ƒ 2::–.
– Een Kaas Pars: dertig Stuivers = ƒ 1:10:–.
– Een Waayvat: Twee guldens = ƒ 2:–:–.
– Een Gortlade en Enige Vorken: dertig Stuivers = ƒ 1:10:–.
– Een Graaf: Drie guldens = ƒ 3::–.
– Eenige Manden: Thien Stuivers = ƒ –:10:–.
– Een Waayvat: Twee gulden = ƒ 2::–.
– Een Botervloot en Kaas Tobben: twee guldens Thien Stuivers = ƒ 2:10:–.
– Vier Botervlootjes en Tavel: twee guldens = ƒ 2::–.
– Een Spek Vat: Twee guldens Thien Stuivers = ƒ 2:10:–.
– Een Kopere Ketel & Deksel: aght guldens = ƒ 8::–.
– Een dito [= Kopere Ketel & Deksel]: vier guldens = ƒ 4::–.
Transport ƒ 2.932; st.2:–.
[Hierna volgen twee pagina's, later ontvangen kopiepagina's 8.verso en 9.]
(vervolgpagina: ongenummerd = 8.verso) Transport ƒ 2.932; st.2:–.
– Een Kaaskleed en twee Koeydeken[s]: Drie Guldens Thien Stuivers = ƒ 3:10:–.
– Een Juk: Ses Stuivers = ƒ –:6:–.
– Een ?Unver: Drie Guldens = ƒ 3:–:–.
– Een Vleeskuip enz.: Twee Guldens = ƒ 2:–:–.
En is eyndelijk nog in het Kabinet bevonden:
– Aan contante in diversche Spetien:
Ses en Tachentig Guldens Seventhien Stuivers = ƒ 86:17:–.
Verders nog:
– Een kist van Vierentwintig Zilveren hemdroks knopen:
Drie Guldens Twaalf Stuivers = ƒ 3:12:–.
– Een dito [= Een kist] van Sesentwintig dito [= Zilveren hemdroks knopen]:
dito [= het bedrag is] Thien guldens Aght Stuivers = ƒ 10:8:–.

– Een dito [= Een kist] van Aghtentwintig dito [= Zilveren hemdroks knopen]:
dito [= het bedrag is] Drie guldens Aght Stuivers = ƒ 3:8:–.

– Een dito [= Een kist] van Aghtien dito [= Zilveren hemdroks knopen]:
dito [= het bedrag is] Drie guldens Twaalf Stuivers = ƒ 3:12:–.

– Een dito [= Een kist] van Sesentwintig dito [= Zilveren hemdroks knopen]:
dito [= het bedrag is] Thien guldens Aght Stuivers = ƒ 10:8:–.

– Een dito [= Een kist] van Vierentwintig dito [= Zilveren hemdroks knopen]:
dito [= het bedrag is] Vier guldens Ses Stuivers = ƒ 4:6:–.

– Een Zilver Horlogie: Negen Guldens = ƒ 9:–:–.
– Een dito dito [= Zilver Horlogie] Ketting: Drie Guldens Aghtien Stuivers = ƒ 3:18:–.
– Een Paar gouden Knopen: Negenthien Guldens Twaalf Stuivers = ƒ 19:12:–.
Transport ƒ 3.095; st.19:–.
(vervolgpagina rolnr.9.) Transport ƒ 3.095; st.19:–.
– Een Paar Zilveren Schoen gespen: Elf Guldens Veerthien Stuivers = ƒ 11:14:–.
– Een Paar dito dito [= Zilveren] Broek gespen: Vijf Guldens Seventhien Stuivers = ƒ 5:17:–.
– Een Zilveren Kom en Lepel: Veerthien Guldens Thien Stuivers = ƒ 13:10:–.
– Een Paar dito [= Zilveren] Knoopjes: Ses Guldens = ƒ 6:–:–.
En is eyndelijk nog in het Karrenhuis:
– Een Bed & toebehoren: Twaalf Guldens = ƒ 12:–:–.

– Een Deken & Twee Lakens: Vier Guldens = ƒ 4:–:–.
Bedragende alzo - alle de hier Vooren Vermelde Geïnventariseerde goederen de Somma van
Drieduizend Een hondert Negen en Veertig Guldens
–––––––––––––
= ƒ 3.149:–:–.
In-Schulden ten behoeve van de Gemeene Boedel.

– Van Cornelis Rozekrans: Negen en Dertig Guldens Thien Stuivers = ƒ 39:10:–.
– " [= Van] Roelof Kaazenbrood:
Vijfthien Guldens Seven Stuivers Aght Penningen = ƒ 15:7:8.

– " [= Van] J. S. van de Poll: Drie Guldens Vijfthien Stuivers = ƒ3:15:-.
Uitmakende alzo gezamentlijk de Somma van
Drie Duizend Twee Hondert Seven Guldens Twaalf Stuivers Aght Penningen
–––––––––––––
= ƒ 3.207:12:8.
(vervolgpagina: ongenummerd = 9.verso)
Tituls en Papieren:

De Grosse of Afschrift van het Testament van wijlen Jacob Kazenbrood, in dato den Tiende Maart achtien hondert derthien [= 10 maart 1813], gepasseerd Voor mij Notaris Marcus Hendrik Ogelwight en getuigen, te Velsen resideerende bij welk Testament, hetwelk door den overleedene met de dood is geconfirmeerd door hem tot Zijn Erfgenaame Zijn genomineerd en geinstitueerd, Zijne tegenswoordige Vrouw Maartje Benning de comparante in dezen en wel tot zodanig deel Zijner Nalatenschap, als waartoe de Wet hem op zijn overlijden in Vigeur Vrijlaat en dat Zoo wegens Eygendom als Vrugtgebruik En bij al dien dezelve Kind of Kinderen uit deszelfs Eerste Huwelijk bij wijle Zijne vooroverleden Vrouw Guurtje Kager verwekt in het Leven zal nalaten, voor zodanig deel als ieder zijner wettige na te laten Kinderen uit deszelfs nalatenschap zal komen te verkrijgen. Zoo wanneer dezelve namelijk drie of meerder Kinderen zal komen na te laten, dog minder dan drie kinderen uit eerder of later bed, te zamen nalatende als dan voor een Vierde Zijner nalatenschap–

(vervolgpagina rolnr.10.)
in Eygendom. En bij al dien sijne Kinderen uit deszelfs Eerste Huwelijk alle Kinderen voor hem mogten zijn overleeden, en als dan Kind of Kinderen uit zijn tegenwoordig Huwelijk mogten nablijven, in dat geval voor een Vierde zijner Nalatenschap n Eygendom en Een ander Vierde in Vruchtgebruik, dog geen Kind of Kinderen uit hunne Echt geprocreEerd, in dien gevallen nablijvende – als dan in den Eygendom van Zijn geheele Nalatenschap zonder eenige uitzondering, Committeerende Wijders tot Voogd over Zijne na te latene in voorschreve Eerste Huwelijk verwekte Kind of Kinderen, Cornelis Kager wonende te Schoorl, Bouwman van beroep, met alle zodanige Magt, Last en Gezag als volgens de wetten kan en mag gegeven worden.
De gemelde Grosse of Afschrift is door mij Notaris gequoteerd en geparapheerd en als Enkel Stuk op dezen Inventaris gebragt onder Nummer Een.
En Zijn Eyndelijk de navolgende Schulden, waaronder de dood Schulden Zijn bevonden, opgegeeven:
(vervolgpagina: ongenummerd = 10.verso)
– Aan Jan van Zutphen: Vijfthien guldens twaalf stuivers = ƒ 15:12:–
– Aan J. Offerman: Derthien Guldens seventhien Stuivers vier Penning = ƒ 13:17:4.
– Aan Hendrik van den Bergh: twaalf Guldens acht Stuivers = ƒ 12:8:–.
– Aan Jan Jonker: vier en twintig guldens drie stuivers =
ƒ 24:3:–.
– Aan P. Corver, Doodgraver: drie gulden thien Stuivers = ƒ 3:10:–.
– Aan J. Beentjes, Kledermaker: ses en negentig guldens twee stuivers twee penningen = ƒ 96:2:2.
– Aan Hendrik Slot, voor meel: veerthien guldens thien stuivers = ƒ 14:10:–.
– Aan Dirk Gaykema, Timmerman, Voor de Doodkist: Thien guldens vijf Stuivers = ƒ 10:5:–.
– Aan idem [= Dirk Gaykema] nog: Veerthien guldens Sesthien stuivers twaalf Penningen = ƒ 14:16:12.
– Aan Thomas Catz, Wagemaker: Veerthien guldens Twaalf Stuivers = ƒ 14:12:–.
– Aan Bernardus Betting, Chirurgijn: dertig guldens = ƒ 30:–:–.
– Aan Jan Roos en Jan Tuyn: Ses gulden = ƒ 6:–:–.
– Aan de Heer Mulart, wegens Eene schuld aangaande de Kust Kanoniers:
– (negenthien guldens Thien Stuivers =
ƒ 19:10:–.
Transport: ƒ 275:6:2.
(vervolgpagina rolnr.11.) Transport: ƒ 275:6:2.
– Aan C. Rosekrans, wegens eene Onderhandsche Obligatie, ten behoeve van de oudste zoon
Bankes Jacobs Kaasenbrood
, groot Hondert Guldens, van dato 14 Maart Achtienhondert Vier
[= d.d. 14 maart 1804] zonder Intrest =
ƒ 100:–:–.
– Aan Corn. Rosekrans, wegens door hem geleende gelden en verschotten:
seven en negentig guldens vijf stuivers = ƒ 97:5:–.
– Aan dezelve [= Corn. Rosekrans], wegens de door hem voor reekening van de overleedene betaalde
Pachtpenningen van de Brederoodsche Tiend
: Hondert Een en Sestig guldens = ƒ 161:–:–.
– Aan idem [= Corn. Rosekrans], wegens door hem als vooren voor reekening van de overleedene betaald,
het Derde Blok der Accumer Koorntiend
: Vijftig Guldens = ƒ 50:–:–.
– Aan idem [= Corn. Rosekrans], volgens Specifigne reekening van geleverd Paard, Koeyen & geleend geld,
in den jaare achtien hondert vijf, ses & aght [= jaartallen 1805, 1806, 1808]:
vier Hondert vier en veertig guldens = ƒ 444:–:–.
– Aan de Wed. H. Kager, wegens eene Schuldbekentenis van achtien hondert derthien [= jaartal 1813]:
twee hondert Guldens = ƒ 200–:–.
Transport ƒ 1327:11:2.
(vervolgpagina: ongenummerd = 11.verso) Transport ƒ 1327:11:2.
– Aan L. Bergen te Alkmaar, voor Zout: twintig guldens Twee Stuivers = ƒ 20:2:–.
– Aan J.S. van de Poll, voor een half jaar Huur verschijnende van dertigste april achtien hondert veerthien:
drie Hondert Vijftig guldens = ƒ 350:–:–.

– Aan Maarten Klaver, Ses guldens aghtien Stuivers aght Penningen = ƒ 6:18:8.
– Aan C. Rosekrans, Derthien guldens Negen Stuivers aght Penningen = ƒ 13:9:8.
Bedragende alzo het montant der bovengenoemde Inventaris de Somma van
Eenduizend Sevenhondert Agthien guldens Een Stuiver Tien Penningen = ƒ 1718:1:10.
Met alle welke opgaven also de Inventarisatie van deze Boedel is Afgelopen.
Tot al het bovenstaande is men bezig geweest van S'morgens ten Negen uuren tot des namiddags ten twee uuren met een dubbele Vacatie besteed te hebben. Zoo tot het opmaken, als tot de beschrijving en waardering van de hier vooren vermelde goederen; dit gedaan om niets meer gevonde zijnde om in deze Inventaris te bevatten of daar bij op te geeven is al hetgeene daarinne gemeld gelaten in het bezit van voormelde Maartje
(vervolgpagina rolnr.12. = laatste pagina)
Benning, die zulks ook erkend, daarmede belast heeft dezelve te voorschijn te brengen of te verandwoorden wanneer en aan wien zulks behoren zal; de voormelde Maartje Benning heeft daarop daadlijk ten overstaan van mij notaris en getuigen met Eeden bevestigd, dat deeze Inventaris is deugdelijk en oprecht.
Gedaan ten Sterfhuize van de overleedene te Velsen voornoemd, in tegenwoordigheid van Willem Koele, Smit, en Maarte Bakels, Arbeider, beide woonende binne deze gemeente, als getuigen ten deezen verzogt, ten dage maand en jaare als hier vooren is gemeld. En hebben de Parthijen en benoemde deskundigen, benevens de Notaris en getuigen na gedane Voorlezing deze tegenwoordige acte onderteekend.
w.g.: Maartjen Benning, Cornelis Kager, Jan Roos, C. Tromp, Heert Henneman, Willem Koelen, Marten Bakels;
M.H. Ogelwight,
Notaris.
[. Daaronder is nog vermeld:
recht: ƒ 8;–:–
[….] ƒ –;80:–
[....] ƒ 1:28;–
......ƒ 10:08;–
.......ƒ 4:16:–.
Geregistreerd te Haarlem den Negen & twintigsten maart 1814, fol. 131vso, vak 2, 3 & 4,
ontvangen bevat de verhogingen: vier gulden zestien stuivers. (w.g.: W.Aller)].



==============================================================================

Het eerste huwelijk IV.a. (vervolg) / The first marriage IV.a. (continued):
GENERATIE IV.a.(x.1.) / GENERATION IV.a.(x.1.): Jacob x Guurtje KAGER.
Uit dit huwelijk vier kinderen, twee zonen en twee dochters, de oudste zoon is Bancras
doopnaam Pancratius : IV.a.1.=V.a. Fam. KAASENBROOD/KAZENBROOT x DAAN
en betreft de jongste zoon Hendrik met nakomelingen familienaam KAZENBROOT:
IV.a.2.=V.b. Fam. KAASENBROOD-GROEN; Fam. KAZENBROOT–DRIESSEN

===========================================================

Het tweede huwelijk IV.a. (vervolg) / The second marriage IV.a. (continued):
=> GENERATIE IV.a.(x.2.) / GENERATION IV.a.(x.2.): Jacob xx Maartje BENNING.
Uit dit huwelijk zes kinderen, familienamen van huwelijkspartners dochters tot heden.

Maartje BENNING hertrouwde 2x: haar tweede huwelijk met de weduwnaar
Wouter MAAS. Zie verder =>> Fam. MAAS-BENNING).
Na het overlijden van haar tweede echtgenoot volgt haar derde huwelijk
met de weduwnaar Gerrit KOEN (ook: KOENE of KOENEN),
waarbij vier kinderen; zie =>>> Fam. KOEN–BENNING.
N.B.: Familienaam BENNING met spellingvariaties zoals:
Banning, Ben., Bennig, Binning, Penning. Maartje BENNING
kreeg in totaal tien kinderen, zes kinderen uit haar eerste huwelijk
en vier kinderen uit haar derde huwelijk.

==============================================================

De tien kinderen IV.b. generatie V. / the ten children IV.b. generation V.:
=> fam. IV.a. Japik CASEMBROOT / Jacob KASENBROOD - KAGER & BENNING

====================================================

Zie ook op deze website / See also this website:
Various.Casembroot.1.a.

=====================================

home